Wàt moet ik allemaal gaan schrappen?? Help!!
Ja, het kan intimiderend lijken als je er net aan begint. Maar eigenlijk is het AIP-dieet heel eenvoudig.
Volgende richtlijnen zorgen voor een AIP made easy.
Twee super simpele basisregels
Dit is het AIP-dieet in een notendop:
#1 Eet enkel wat op de AIP-oké-lijst staat.
#2 Wees zuinig met suiker.
Er zijn geen calorieën, vetten of punten om te tellen. Je mag combineren wat je wilt. Eten hoe vaak en hoe veel je maar wilt. Yes! Zo wil ik ook wel “diëten”!
Maar. Je moet natuurlijk wel wat evenwicht bewaren. Alleen maar bananen of worteltjes is ook niet gezond 😉
Deze zes aanwijzingen helpen je om bij het AIP-dieet de balans te houden:
1. Ga voor variatie
Is je winkelmandje een vrolijke mix van geur en kleur? Goed. Dan krijg je ook voldoende variatie in je buik. Zo worden al je organen gevoed en kunnen de goede darmbacteriën uitgebreid feesten.
Wat we niet aanbevelen is steeds dezelfde 5 ingrediënten te eten.
Ga voor verschillende smaken: zoetige wortelgroenten, bittere slasoorten, vruchten met een tikkeltje zuur, pittige gember of warm-zoete kaneel, hartige stukjes vlees en zeevruchten met de ziltige smaak van de kust. Hoe verser en natuurlijker je producten, hoe meer smaak er te beleven valt.
Kleurvariatie is niet alleen mooi op Instagram. In de plantenwereld staat elke kleur garant voor weer een andere nuttige stof. De dieprode kleur van druiven, rode biet en cassis bijvoorbeeld is een teken van een hoog anthocyaangehalte – erg effectief tegen ontsteking. Oranje betekent dan weer dat er betacaroteen aanwezig is en donkergroene bladgroenten zitten tjokvol magnesium.
Dus doe zoals een eenhoorn en eet de regenboog.
2. Luister naar je lichaam
Beschouw de AIP-voedingsmiddelen als jouw basispallet. Het is het buffet waaruit jij kan kiezen en mixen naar eigen behoefte.
Een hele resem aan invloeden bepalen waar jij precies zin in hebt: je DNA, je conditie, je cyclus, de seizoenen, zelfs de tijd van de dag. Het kan zijn dat jij nu even extra veel koolhydraten nodig hebt. Of net heel weinig. Soms snack je gewoon naar een biefstuk. En op andere momenten is een frisse salade net wat je verlangt. Misschien lees je veel over de voordelen van spinazie, maar voelt dat in jouw buik helemaal niet goed. Dat kan best!
Er is altijd een goede wetenschappelijke verklaring voor waarom je wél of niet naar iets hunkert. Een arts die jouw labotesten kan duiden, zal je waarschijnlijk kunnen vertellen waarom je zo reageert.
Helaas hebben we die arts niet altijd bij de hand. En ook labotesten schieten tekort. Plus onze kennis over wat eten doet met je lijf is verre van compleet. Er komen elk jaar weer nieuwe ontdekkingen bij en de experten spreken mekaar vaak tegen. Wat moet je nog geloven?
Daarom doe je er goed aan naar je lichaam te leren luisteren.
Het is onmogelijk een lijst voedingsmiddelen samen te stellen die gegarandeerd voor iedereen goed zijn. Zelfs op de AIP-Oké lijst kan je iets tegenkomen wat voor jou echt niet oké voelt (zoals spinazie bijvoorbeeld). Luister daarnaar.
Hetzelfde advies geldt voor portiegrootte.
De meeste AIP-bronnen bevelen het aan om je bord minstens voor de helft te vullen met groenten. Dr Terry Wahls zegt zelfs 9 “cups” (maatbekertjes van 200mg ongeveer) groenten per dag te eten. Sommige mensen worden daar héél gezond van. Anderen hebben dan weer een verteringsstelsel dat zoveel pantvezels niet aankan en doen het beter met minder groenten.
Door wat te experimenteren zal jij vanzelf wel merken welke porties vlees/vis/groenten bij jou passen.
3. Begin met wat je kent en overdrijf niets
Een veelgemaakte (en heel begrijpelijke) fout bij een nieuw dieet is om meteen ook veel nieuwe dingen te gaan uitproberen. Plots liggen daar allerlei items in je mandje die je nooit eerder at. Zoals chufanootjes, kombucha of kokosyoghurt.
Je lichaam is aan die dingen niet gewend. En jij weet niet hoe het daarop reageert. Want zoals je hierboven las: zelfs een voedingsmiddel dat op de AIP-Oké lijst staat, kan voor jou niet zo oké zijn.
Dus laat onbekende dingen er eerst even uit en neem van het AIP-buffet wat je al kende. Na enkele weken kan je eens iets nieuws uitproberen, en hou dan goed in de gaten wat het met je doet.
Een andere fout is om plots héél véél van een ingrediënt te gaan eten. Je gaat bijvoorbeeld massa’s zoete aardappels koken, om gewone aardappels, rijst en pasta te vervangen. Of je bakt hopen AIP-gebakjes met kokosmeel en eet daar de hele dag door van.
Overdrijven is nooit een goed idee. Want een op zich gezond ingrediënt kan bij overmatig gebruik weer niet zo goed bevallen. Neem bijvoorbeeld dat kokosmeel: het is erg vezelrijk, wat op zich goed is, maar een té grote dosis vezels kan erg zwaar zijn voor je darmen. Of die zoete aardappels: prima voor de één, maar wel erg rijk aan FODMAPs waarvan een ander dan weer verteringsklachten kan krijgen.
4. Wat is zetmeel en hoeveel heb je nodig?
Zetmeel is een vorm van suiker, een lange suikerketen om precies te zijn.
Granen, peulvruchten en aardappels zijn in een “normaal” dieet de grootste bron van zetmeel. Maar helaas staan die niet de AIP-lijst. Dus is het belangrijk ze te vervangen door hun even zetmeelrijke broertjes uit de plantwereld. En dat zijn? Wortelgewassen, knolletjes, pompoensoorten en bakbanaan.
Kijk maar eens op de AIP-lijsten onder “groenten”, daar staan de zetmeelrijke soorten apart vermeld!
Iedereen heeft een andere behoefte aan zetmeel.
Hoe weet je of je te weinig zetmeel eet?
Krijg je minder zetmeel binnen dan je nodig hebt, dan kan je je na een tijdje gaan slap voelen, spiermassa verliezen, slechter slapen en problemen met je bloedsuiker ontwikkelen. Zetmeel is ook belangrijk voor je schildklier, bijnieren en hormoonproductie. Dus als die organen zwakker zijn, hou dan zeker in de gaten of je niet te weinig zetmeel binnenkrijgt.
Kan je er ook teveel van eten?
Ja, zeker. Bepaalde darmbacteriën hebben zetmeel nodig, daar doen ze goed werk mee. Maar als je bijvoorbeeld last hebt van bacteriële overgroei (SIBO, een teveel aan darmbacteriën) of Candida Albicans, kan je die zetmeeltoevoer beter wat beperken en er minder van nemen. Want dan krijg je van veel zetmeel een opgeblazen gevoel, boeren, winden of misselijkheid. Bespreek dit met je arts of behandelaar.
5. Check de superfoods
Wil je echt superefficiënt eten – je bent, zeg maar, astronaut of zit een tijdje vast op een onbewoond eiland – dan zou je enkel nog AIP-superfoods naar binnen slaan. Een handvol van dit krachtvoer bevat immers meer voedingsstoffen dan meerdere porties gewone kost.
Met slechts 100 grammetjes runderlever heb je meer vitaminen en mineralen binnen dan met anderhalve kilo aardappelen, om maar een voorbeeld te geven.
Superfoods zijn een slimme energiebesparing voor je lichaam. Energie die het anders moet steken in het verteren van stapels minder nuttig materiaal.
Maar er is meer. Sommige stoffen die extreem belangrijk zijn voor onze gezondheid tref je alleen in deze superfoods in noemenswaardige hoeveelheden aan. Zoals zink en selenium, die nodig zijn voor je immuunsysteem en hormonen.
AIP-superfoods in het kort: orgaanvlees, (vette) vis en zeevruchten, groene bladgroenten, koolsoorten, bessen en andere rood of paars gekleurde fruit- en groentesoorten, olijfolie, kokosvet, gelatine en beenderbouillon, fermenten zoals kokosyoghurt, kombucha en waterkefir (bouw fermenten langzaam op, niet te veel tegelijk!), specerijen als kurkuma, kaneel en gember, bladkruiden als peterselie en tijm, oranje gekleurde groenten en fruit en… avocado’s, mmmmm.
6. Extreem suikervrij hoeft niet
Het AIP-dieet is een dieet met WEINIG suikers, niet ZONDER. Even hoofletteren is hier wel op z’n plaats, heb ik gemerkt. Mensen kunnen gigantisch in de stress schieten als het woord “suiker” valt.
Tenzij jouw behandelaar je een andere richtlijn geeft, geldt bij AIP:
Fruit: tot 3 à 5 stuks per dag is oké.
Gedroogd fruit: beter niet meer dan 2 stuks.
Honing, ahornsiroop, natuurlijke suikers uit biet of riet: een eetlepel per dag kan geen kwaad.
Waar je wel van wegblijft zijn chemische zoetstoffen en dingen als rijst- tarwe- of maïsstroop omdat die van granen gemaakt zijn (zie lijst “AIP? Neen!”).
Dus wees niet bang van wat honing in je thee. Een lepeltje suikerhoudende jam op je AIP-crackertje of een klein AIP-gebakje. Zolang je maat houdt en de niet-AIP-ingrediënten vermijdt, zit je goed.
Meer vragen?
Ben je nog steeds niet zeker of jouw porties groenten, zetmeel, eiwitten of suikers wel oké zijn? Zit je met duizend-en-een vragen en krijg je daar stress van?
Boek dan een AIP-coaching sessie.
Samen gaan we na wat jij precies eet, met behulp van een voedseldagboek. We kijken of dat in balans is. En hoe het voor jou voelt. Ik geef je aangepaste tips om mee aan de slag te gaan in de keuken, en ook daarbuiten. Want gezondheid gaat verder dan je bordje.
Maar dat wist je al 😉